Hoe het kan dat het op één na kleinste vogeltje van Nederland Winterkoning heet: "De gewone dieren hebben een koning, nl. de leeuw. Daarom wilden de vogels ook een koning hebben. De vogels kwamen bij elkaar om een koning te kiezen en de Uil deed het woord. Omdat iedereen koning wilde zijn, bedacht de Uil een wedstrijd. De vogel die het hoogste zou kunnen vliegen, die zou koning zijn. Alle vogels deden heel goed hun best, maar niemand kon zo hoog vliegen als de Adelaar. Toen de Adelaar zo hoog vloog dat zelfs hij niet hoger kon, kwam er opeens een heel klein vogeltje tussen de veren van de Adelaar vandaan.... het Winterkoninkje! Hij kon toen nog hoger vliegen dan de Adelaar en was daardoor de winnaar. Daarom moesten de vogels hem nu wel tot de koning der vogels uitroepen. Een aantal vogels zeiden dat het niet eerlijk gegaan was en toen werd besloten dat de Winterkoning alleen in de winter koning zou mogen zijn. Zo kreeg hij de naam Winterkoning."