
Deze foto heb ik vandaag bewerkt en hij bestaat uit drie verschillende foto's van de zelfde groenling. Toen hij kwam aanvliegen ging zitten en weer wegvloog. Ik vind het wel een grappig plaatje is geworden.
Even geen winterplaatje maar een foto van een paddestoel met de naam waaiertje (Schizophyllum commune). Het waaiertje wordt maximaal vier centimeter en is onregelmatig waaier- of schelpvormig. Bij vochtig weer is de hoedkleur bruingrijs of roze, uitgedroogd is die wit als papier. De plaatjes onder de hoed zijn vertakt en grijsachtig lila met witte vlokken langs de rand. Het groeit op dood loof- en naaldhout, meestal in groepen en dakpansgewijs.
Laatste weken kom ik ze elke avond tegen als ik met de hond een rondje loop. Deze kwam gewoon midden op de middag door de tuin scharrelen, heeft waarschijnlijk te maken met de werkzaamheden die de gemeente aan het uitvoeren is in de plantsoenen. Gaf mij in ieder geval de tijd en voldoende licht om een paar plaatjes te schieten.
Vanmorgen vroeg kwam de zon schitterend op boven de Engbertsdijksvenen en kleurde de lucht fantastisch rood. Op het moment dat ik daar rustig stond te fotograferen kwamen de duizenden grauwe en rietganzen op om van hun slaapplaats naar de akkers in de omgeving te vliegen. Een geweldig mooi beeld zo tegen deze rood gekleurde lucht.
De groenling is evenals de gisteren geplaatste ringmus een van de vaste bezoekers op de voerplek. Groenlingen doen hun naam eer aan: heldergroen, geelgroen, allerlei tinten groen zijn in het verenkleed van de groenling terug te vinden. De stevige snavel wordt gebruikt om zaden mee te kraken. Dat doen ze op een bijzondere manier: de vogel trilt als het ware de zaden in de snavel, ondertussen de maaltijd ronddraaiend. Op deze manier trilt de vrucht uit de schil los en wordt deze opgegeten. Dat gaat er dus bijzonder geavanceerd aan toe. De groenling is oorspronkelijk een bewoner van bosranden en halfopen zoomvegetatie. Dat natuurlijke habitat is zeldzaam geworden en tegenwoordig bewoont de groenling vooral cultuurlandschappen: als er maar genoeg dichte struiken zijn.
Nog een plaatje van de kraanvogels gemaakt afgelopen dinsdag terwijl de regen gestaag neer viel in Diepholz. Kraanvogels trekken in maart en april en van eind oktober tot in december over het oosten van ons land. Elk jaar komen op een aantal plaatsen groepen kraanvogels op de grond. De belangrijkste rustplaatsen zijn gelegen in Oost-Brabant en Noord-Limburg, te weten de Strabrechtse Hei, De Hamert, de Groote-, Deurnese- en Mariapeel en de Meinweg. In het noordoosten vormen de Enbertsdijkvenen in Overijssel de belangrijkste stopplaats. Niet toevallig zijn alle genoemde gebieden - naar huidige maatstaven - omvangrijk en rustig.